De meiden slaapzaal

De meidenslaap zaal is wit en groen. De kamer duit heel groot door de witte kleur. De slaapzaal is ook erg groot met hoge ramen. Het is hier veel lichter dan in de leerlingenkamer, ookal ligt de leerlingenkamer ook onder het meer, betoveringen doen wonderen. De bedden zijn hemelbedden in groene kleur.

Aantal personen: Zoveel maar kan.

Met tranen in mijn ogen ga ik op mijn bed zitten ,ik pak een foto van mijn nachtkastje ,en zucht.

Ik liep op de gang van afdeling Zwadderich. Ja, ik wist dat ik daar eigenlijk niet mocht komen maar het was daar veel gezelliger. Ik hoorde gesnik uit de meisjesslaapzaal komen. Ik klopte op de deur en wachtte op antwoord.

Ik zag een onbekend meisje en herkende haar als iemand van Huffelpuf. Ik keek haar woedend aan. 'Jij hoort hier niet! Ga naar je eigen afdeling!' Ik stond op en ik wist dat ik kleiner was dan haar maar ik was opzich een best wel intimiderend persoon. Ik keek haar woedend aan en mijn ogen leken wel twee vlammen.

Ik schrok. Hoe durfde ze?! Ik keek haar kwaad aan. Waarom mocht ik hier niet komen? Ik was niet eens binnen! Ik wist me in te houden, ik ging niet staan schreeuwen. Hoe durfde ze, ze was bovendien een kop kleiner dan ik! Ik was gewend de baas te zijn, want ik was de oudste van 3 kinderen, maar zij, ze was een kop kleiner! Ik kende haar niet, dus ik wist ook niet dat ze 3 maand en 3 dagen ouder was dan ik. Ze leek me jonger, want zo lang was ze niet. Ik stampte een keer keihard op de grond. Hoe kon ze, hoe kon ze, hoe kon ze??!!?!?!?!?

Ik keek haar woedend aan 'je bent toch geen Zwadderaar? Wat doe je dan hier?' Ik keek haar nijdig aan en mijn haar werd diepzwart en mijn ogen rood. Ik keek raar naar haar toen ze op de grond stampte.

Ik hoorde geluid op de gang ,geïrriteerd stond ik op ,kon ik niet gewoon een keer alleen zijn ?! Ik liep naar de deur en gooide deze open. De traansporen waren nog op mijn wangen te zien ,maar toch keek ik de meisjes aan.

Ik keek om en zuchte 'laat der gewoon en ga lekker naar je eigen leerlingenkamer!?' Ik draaide me om en liep terug naar de leerlingenkamer. Ik ging voor het vuur zitten en keek weer naar de vlammetjes die weet oplaaiden.